In dit hoofdstuk verkennen we de veranderingen in het geefgedrag van huishoudens in Nederland tijdens de COVID-19-pandemie. Het percentage huishoudens dat geld gaf aan goede doelen nam af, maar per huishouden nam het bedrag toe, met name online. Er waren minder vrijwilligers actief. Er was een toename in online vrijwilligerswerk, maar die was kleiner dan de offline afname.
Nederlanders zijn vrijgevig: bijna iedereen geeft wel eens (Bekkers & Van Teunenbroek, 2020; 2022). Een groot gedeelte komt voort uit de vraag om een gift (Bekkers & Wiepking, 2011). Des te meer kansen mensen krijgen om te geven, des te hoger de kans van geven. In Nederland worden mensen het vaakst gevraagd via huis-aan-huiscollectes. Het is dan ook de populairste manier van geven, maar deze wervingsmethode verliest populariteit. In 2001 doneerde nog 90 procent van de huishoudens jaarlijks minstens één keer via huis-aan-huiscollectes. In 2018 was dit afgenomen naar 69 procent (Van Teunenbroek & Bekkers, 2020a). Deze afname houdt verband met de afname van het aantal mensen dat collecteerde, een vorm van vrijwilligerswerk. In 2002 was 19 procent van de Nederlanders als vrijwilliger bezig met collecteren en fondsenwerving. In 2019 was dit afgenomen naar 10 procent (Van Teunenbroek & Bekkers, 2021). Andere vormen van vrijwilligerswerk zijn al jaren onverminderd populair: tussen 2010 en 2019 was rond de 40 procent van de Nederlanders wel eens actief als vrijwilliger (De Wit & Niekerk, 2020).
Wij verwachtten dat tijdens de pandemie de daling in giften zich verder heeft doorgezet en dat ook het doen van vrijwilligerswerk is afgenomen, doordat er simpelweg minder kansen waren om geld of tijd te geven. De lockdownmaatregelen maakten het ook voor veel goededoelenorganisaties moeilijker om collectes te organiseren (Van Teunenbroek & Bekkers, 2021). Naar alle waarschijnlijkheid had de afname van verzoeken om giften een negatief effect op het geven aan goede doelen, omdat Nederlanders zelden zonder voorafgaand verzoek bijdragen aan goede doelen (Bekkers & Wiepking, 2011). De coronamaatregelen maakten het uitvoeren van vrijwilligerswerk moeilijker of zelfs onmogelijk (De Klerk, Olsthoorn, Plaisier, Schaper & Wagemans, 2021) door het sluiten van zorginstellingen, culturele instellingen, scholen en sportverenigingen. Vrijwilligerswerk op locatie werd daarmee onmogelijk. Omdat sport al jaren de sector is waarin de meeste vrijwilligers actief zijn (De Wit & Niekerk, 2020), verviel in de coronapandemie een belangrijke gelegenheid voor vrijwilligerswerk. Daarnaast maken maatschappelijke organisaties in andere sectoren eveneens veel gebruik van vrijwillige inzet, met name van ouderen.
Oudere vrijwilligers zullen vaker (tijdelijk) gestopt zijn met vrijwilligerswerk omdat besmetting met COVID-19 voor hen gevaarlijker was (De Gast, Hetem, & Van den Bos, 2021).
Als er geen praktische beperkingen zijn, zien we tijdens een crisis over het algemeen een toename in prosociaal gedrag (Deryugina & Marx, 2021; Spekman et al., 2021). Zo nam het doneren van bloed, een andere vorm van filantropie, tijdens de pandemie toe (Spekman et al., 2021). Deze toename komt mogelijk door een toenemend bewustzijn van de nood aan hulp. Dit is een belangrijk motief voor prosociaal gedrag (Bekkers & Wiepking, 2011). De pandemie is een soort natuurramp, maar dan op grote schaal. Uit rapporten blijkt dat tijdens natuurrampen het aantal giften stijgt (Deryugina & Marx, 2021), vooral in de Europese context (Wei & Marinova, 2016). Omdat de pandemie de hele wereld in één keer trof, leidde dat waarschijnlijk tot een ‘we zitten hier allemaal samen in’ gevoel, wat donaties zou kunnen simuleren (Zagefka, 2021). Daarbij stimuleerde tijdens de pandemie de Nederlandse overheid mensen om rekening te houden met anderen onder het motto ‘denk aan elkaar’. Dit resulteerde waarschijnlijk in een verhoogd besef van nood, omdat een focus op het lijden van anderen het besef van nood vergroot (Schwartz, 1970), wat een belangrijk motief is om te geven en waarvan is aangetoond dat het donaties verhoogt (Bekkers & Wiepking, 2011). Kortom, naast gevraagd worden om te geven is het gevoel van noodzaak een belangrijk motief om te geven. We verwachtten dat het gevoel van noodzaak hoger was tijdens dan voor de pandemie.
Online manieren van geven en online vrijwilligerswerk laten zich niet beperken door de anderhalvemetermaatregel van de overheid. We verwachtten dat er online een toename was in het geefgedrag en doen van vrijwilligerswerk. De online context was eerder een versterkende factor: een steeds groter deel van ons leven speelt zich digitaal af en dat groeide verder tijdens de pandemie (Arends et al., 2021). Naar verwachting vergroot dit de kans dat iemand in contact kwam met een online campagne of online hulpvraag, wat weer een positief effect zou hebben op online geven en vrijwilligerswerk. Kortom, online waren er wel kansen.
Deze nieuwe vormen zouden traditionele vormen van geven en vrijwilligerswerk kunnen ondersteunen. De kans om online geven en vrijwilligerswerk te vergroten is belangrijk, aangezien online geven en vrijwilligerswerk nog maar weinig voorkwamen voor de pandemie (Van Teunenbroek & Bekkers, 2020a; De Wit & Niekerk, 2020). We proberen in dit hoofdstuk de vraag te beantwoorden in hoeverre er een toename was in online geven en vrijwilligerswerk tijdens de coronapandemie. We bespreken drie vormen: (1) de online collectebus, (2) crowdfunding en (3) online vrijwilligerswerk (zie tabel 1).
Tabel 1. Verwachtingen over traditionele en moderne vormen van geven tijdens de pandemie.
Context | Input | Verwachting | ||
---|---|---|---|---|
Traditionele vormen | Huis-aan-huiscollecte | Offline | Geld | Afname |
Vrijwilligerswerk | Offline | Tijd | Afname | |
De online collecte | Online | Geld | Toename | |
Crowdfunding | Online | Geld | Toename | |
Moderne vormen | Online vrijwilligerswerk | Online | Tijd | Toename |
Bij een online collectebus werft een vrijwilliger geld voor een goed doel via een online collectebus-pagina. Voor de pandemie werd deze manier van werven voornamelijk ingezet als aanvulling op een huis-aan-huiscollecte, dat wil zeggen tijdens de collecteweek. In de pandemie werd de online collectebus zonder fysieke collecte ingezet. De vraag is in hoeverre de online collecte dan nog aantrekkelijk is om aan te geven? Een andere online donatiemethode is crowdfunding, waarbij eveneens het werven en geven via een online pagina verloopt. Een crowdfunding actie gaat altijd over een specifiek en doelgericht project, terwijl dat bij een (online) collecte meestal niet zo is (Van Teunenbroek & Bekkers, 2020b; 2021). We beperken ons hier tot filantropische crowdfunding (zie Van Teunenbroek, 2016): soms ontvangt de gever een kleine tegenprestatie voor een gift (reward-based crowdfunding), maar soms ook niet (donation-based crowdfunding). Bij crowdfunding verloopt het contact voornamelijk via sociale media (Van Teunenbroek & Hasanefendic, 2022), maar in de Nederlandse context worden goede-doelen-crowdfunding-projecten toch tevens vaak gekoppeld aan fysieke evenementen: zoals marathons. Veel evenementen werden tijdens de pandemie afgelast. Het is de vraag of crowdfunding nog aantrekkelijk is zonder deze fysieke evenementen.
Ten slotte zijn er verschillende vormen van online vrijwilligerswerk. Voorbeelden van online informeel vrijwilligerswerk zijn advies delen op een forum, een pagina beheren van een online community of een informatieve video of podcast publiceren. Maatschappelijke organisaties betrekken en werven steeds vaker vrijwilligers via deze vorm van vrijwilligerswerk (Silva, Proença & Ferreira, 2018). Voor het ondersteunen van online vrijwilligerswerk zijn centrale platformen van belang (Trautwein, Liberatore, Lindenmeier, & Von Schnurbein, 2020). Deze plekken vervullen een informatieve en ondersteunende functie voor de vrijwilligers en verbeteren zo de persoonlijke perceptie van de individuele vrijwilligerservaring (Trautwein et al., 2020).
Om een beeld te schetsen van het geefgedrag in Nederland voor en tijdens de pandemie gebruiken we twee golven van de Geven in Nederland Panel Studie (Bekkers, Schuyt, Gouwenberg, De Wit, & Van Teunenbroek, 2021) onder een representatieve groep (n = 2.125) van de Nederlandse bevolking. We analyseren microdata over het (online) geefgedrag en vergelijken het (online) geefgedrag van voor de pandemie met het gedrag tijdens de pandemie. De vragen over geefgedrag in geld (huis-aan-huiscollecte, de online collecte en crowdfunding) gaan over het kalenderjaar voorafgaande aan het onderzoek: 2018 (voor de pandemie) en 2020 (tijdens de pandemie). Voor alle drie de vormen is respondenten gevraagd of ze in het afgelopen jaar geld hebben gegeven en zo ja welk bedrag. De vragen over vrijwilligerswerk beslaan de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek in de zomer van 2019 (voor de pandemie) en 2021 (tijdens de pandemie). We onderscheiden twee vormen: formeel (binnen organisatieverband of voor een organisatie) en informeel vrijwilligerswerk (zonder bemoeienis van een organisatie). Hierbij is per vrijwilligerstaak gevraagd of deze offline (ter plekke) of online plaatsvond.
Geven via huis-aan-huiscollectes is tijdens de pandemie verder afgenomen: van 69 procent in 2018 naar 61 procent in 2020. De afname is niet gecompenseerd door een stijging van het gegeven bedrag onder de donateurs: dat bedrag is al jaren stabiel en bleef ondanks de beperkende maatregelen tijdens de pandemie rond de vier euro per gift. In 2020 is ongeveer één op de vier huishoudens (26 procent) in het voorgaande jaar gevraagd om online te geven. Het percentage huishoudens dat geeft via een online collectebus is tijdens de pandemie gelijk gebleven (5 tot 6 procent), maar het gegeven bedrag is wel toegenomen. In 2018 gaven donateurs gemiddeld 28 euro per jaar, dit steeg naar 42 euro in 2020. Het online geven van geld in de vorm van crowdfunding is tijdens de pandemie qua percentage gelijk gebleven (11 tot 12 procent) en als gegeven bedrag gestegen: van 43 euro in 2018 naar 49 euro in 2020. Concluderend, huishoudens zijn minder offline en wat meer online geld gaan geven aan goede doelen.
Noot: De gegevens over geefgedrag in geld rapporteren over het kalenderjaar 2018 (voor de pandemie) en 2020 (tijdens de pandemie). De gegevens over vrijwilligerswerk beslaan de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek in de zomer van 2019 (voor de pandemie) en 2021 (tijdens de pandemie).
De stijging in de deelname aan vrijwilligerswerk, zichtbaar sinds 2014, zette niet door tijdens de coronapandemie. Het aandeel vrijwilligers onder de Nederlandse bevolking daalde: van 52 procent in 2019 naar 49 procent in 2021. Collecteren nam af (van 10 naar 5 procent), zonder dat dit op een online wijze werd opgevangen (minder dan 1 procent). Wel zien we een toename in een aantal andere vormen van online vrijwilligerswerk tussen 2019 (23 procent) en 2021 (29 procent). Dit komt voornamelijk door een toename in formeel online vrijwilligerswerk, van 8 procent in 2019 naar 19 procent in 2021. De grootste toename in online formeel vrijwilligerswerk is te zien bij bestuurlijke taken (van 1 naar 5 procent). Bestuurlijke taken verrichten op offline wijze daalde van 7 procent naar 4 procent. Het aandeel Nederlanders dat online informeel vrijwilligerswerk doet nam licht af (18 procent in 2019 naar 15 procent in 2021). Over het algemeen genomen bleef vrijwilligerswerk hoofdzakelijk offline plaatsvinden.
De coronapandemie lijkt niet genoeg aanleiding te zijn geweest voor een toename in het geefgedrag, niet in geld en niet in tijd. Het geven van geld tijdens de pandemie is niet toegenomen, maar deels verschoven naar online geven. Het totaalbedrag dat huishoudens geven via huis-aan-huiscollectes nam af, terwijl het bedrag dat zij geven via online collectes toenam. Dat een deel toch via de traditionele huis-aan-huiscollecte gaf is opmerkelijk, maar er waren ook tijdens de pandemie momenten om te geven. Sommige goede doelen bedachten creatieve manieren om mensen een veilig gevoel te geven: bijvoorbeeld een collectebus op een stokje of een rode loper van anderhalve meter. Het formeel vrijwilligerswerk (voor maatschappelijke organisaties) ging deels online, maar dat heeft de daling in offline vrijwilligerswerk niet kunnen opvangen. Informeel online vrijwilligerswerk nam tijdens de pandemie af.
Wanneer de kans om prosociaal gedrag te uiten afneemt als gevolg van de pandemie is dat niet alleen nadelig voor de inkomsten van goede doelen. Het verkleint bovendien de kans voor de bevolking om maatschappelijke betrokkenheid te tonen, wat juist tijdens een pandemie van belang kan zijn. Vanaf het begin van de pandemie hebben experts hun zorgen geuit over de mentale gezondheid van de samenleving (Bosmans et al., 2022). Vrijwilligerswerk heeft eveneens waarde voor de gever: het kan zorgen voor een gevoel van verbondenheid (Russell, Nyame-Mensah, De Wit, & Handy, 2019) en de gezondheid op peil houden (De Wit, Bekkers, & Qu, 2022). Voor Nederlanders zonder rijk sociaal netwerk kan vrijwilligerswerk een belangrijke sociale functie hebben, maar die viel weg tijdens de pandemie. Maar ook het geven van geld kan de gemoedtoestand van gevers positief beïnvloeden (Van Teunenbroek, Bekkers & Beersma, 2021). De maatschappelijke waarde van geven reikt verder dan het genereren van inkomsten voor goede doelen. Het herstellen van de negatieve gevolgen van de pandemie vraagt om verdere ondersteuning van maatschappelijke betrokkenheid.
Naast praktische beperkingen is er tevens een meer sociaalpsychologische verklaring. De verwachting was dat de pandemie mensen dichter bij elkaar zou brengen (Zagefka, 2021). Een andere studie spreekt dit tegen: de verdeeldheid binnen de Nederlandse bevolking is tijdens de pandemie toegenomen (Ossewaarde & Ossewaarde-Lowtoo, 2020). Dit kan resulteren in een toenemende differentiatie binnen de samenleving. Bij een toenemende diversiteit zal de neiging om te helpen afnemen (Luhmann, 1975): mensen kennen elkaar niet en wederkerigheid vervalt als hoofdmotief voor geven (Schuyt, 2021). Het wegvallen van de traditionele communicatiekanalen en de toenemende focus op online communiceren zal de complexiteit rondom geven alleen maar hebben verhoogd.
Hoe kunnen maatschappelijke organisaties mensen aan zich binden te midden van deze complexiteit. We geven hier enkele suggesties voor het effectief samenbrengen en ondersteunen van gevers.
Samenbrengen. Maatschappelijke betrokkenheid in Nederland is afhankelijk van werving, platforms en fysieke locaties. Mensen moeten worden gevraagd om te geven (Bekkers & Wiepking, 2011) en vrijwilligers moeten de ruimte krijgen om hulpvragers te ondersteunen (De Wit & Niekerk, 2020). We zien dat bij online geven fysieke locaties nog steeds van belang zijn, omdat de online context niet genoeg aanleiding lijkt te zijn om te geven. Tijdens de pandemie ontmoedigde de overheid sociale contacten om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Nu is het tijd om de focus te leggen op het opnieuw samenbrengen van gelijkgestemden en het ondersteunen van de saamhorigheid. Onze resultaten laten zien dat formele organisaties nog steeds van groot belang zijn voor het ondersteunen van de vrijgevigheid en het verbinden van de samenleving: formeel online vrijwilligerswerk nam immers wel toe. Het organiseren van centrale plekken verbonden aan formele organisaties kan het samenbrengen van vragers en gevers ondersteunen in online geven (Trautwein et al., 2020).
Ondersteunen. Het bieden van een platform is een belangrijk begin, maar onvoldoende om veel mensen effectief gebruik te laten maken van de online omgeving. De online geefcontext verschilt mogelijk te veel van de offline context. Het is onrealistisch om te verwachten dat grote aantallen donateurs en hulpvragers deze omgeving zelf gaan onderzoeken en gebruiken, zeker in het geval van generieke platforms waar allerlei vraag en aanbod samenkomt. Er is meer nodig voor een persoonlijke binding met zo’n online omgeving: vertrouwen is van belang bij geven (Bekkers, 2003). Het kan helpen om de nadruk te leggen op de overeenkomsten met traditionele manieren van geven en vrijwilligerswerk: persoonlijk contact en sociale componenten (Clary et al., 1998; Van Teunenbroek & Bekkers, 2021). Een voorbeeld is het organiseren van online evenementen waar potentiële donateurs, vrijwilligers, hulpvragers en maatschappelijke organisaties met elkaar in contact komen. Denk bijvoorbeeld aan een fitness challenge voor eenzame jongeren. Vrijwilligers en hulpvragers gaan individueel in hun eigen omgeving hardlopen en delen en bespreken dit online via een platform. Je loopt dan individueel, maar niet alleen.
Een ander idee is om mensen verbonden aan maatschappelijke organisaties via sociale media met elkaar en met potentiële donateurs in contact te brengen: zorg dat het contact tussen goede doelen en donateurs persoonlijk blijft. Sommige mensen doneren online om in contact te komen met gelijkgestemden, om zo met elkaar in gesprek te kunnen gaan (Lacan & Desmet, 2017). Sociale media zijn een belangrijk onderdeel bij online werven, maar worden nu vaak nog te technisch ingezet: het gaat veelal om het delen van informatie (zenden) en minder om het starten van een gesprek (verbinden). Een geefplatform functioneert niet alleen als een middel om te geven, maar tevens als communicatieplatform (Skirnevskiy, Bendig & Brettel, 2017). Laat de online context het persoonlijke contact tussen gevers en goede doelen niet vergeten.
Als we denken aan het stimuleren van online geefgedrag – tijd en geld – adviseren we kortom nadruk te leggen op de niet-financiële waarde van vragen, zoals het onderhouden van relaties (dat wil zeggen samenbrengen van hulpvrager en hulpverstrekker) en het ondersteunen van de vrijgevigheid (dat wil zeggen gevers ondersteunen in de manier van geven). Daadwerkelijke giften volgen wanneer het vertrouwen in de manier van geven en de relatie tussen vragers en gevers ondersteund worden (Bekkers, 2003). Mensen moeten niet alleen weten via welk kanaal ze kunnen geven, maar zich daar ook comfortabel bij voelen. Het is aan goede doelen om hier voldoende ondersteuning in te bieden. Een online platform heeft de potentie in zich om meer te zijn dan een methode van geven (Skirnevskiy et al., 2017), het kan ook worden ingezet om de relatie tussen goede doelen en (potentiële) donateurs en vrijwilligers te onderhouden. Goede doelen zullen de online betrokkenheid persoonlijker moeten maken. De nadruk behoort dan niet alleen te liggen op het werven van geld en tijd, maar ook op het samenbrengen, ondersteunen en behouden van donateurs en vrijwilligers in een online context.
Arends, J., De Heij, R., Kleingeld, R., Van Roekel, R., Theissen, J., Wielenga-van der Pijl, L. & Zweerink, J. (2021).
ICT, kennis en economie 2021. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Bekkers, R. (2003). Trust, accreditation, and philanthropy in the Netherlands. Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, 32(4), 596-615.
Bekkers, R., & Wiepking, P. (2011). A literature review of empirical studies of philanthropy: Eight mechanisms that drive charitable giving. Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, 40(5), 924-973.
Bekkers, R., Schuyt, T. N. M., Gouwenberg, B. M., De Wit, A., & Van Teunenbroek, C. (2021). Giving in the Netherlands Panel Survey (GINPS): 2002-2019, Public Use File version 7. Vrije Universiteit Amsterdam, Centrum voor Filantropische studies. https://osf.io/8xtkw/.
Bekkers, R., & Van Teunenbroek, C. (2020). Generatieverschillen in geefgedrag. In Bekkers, R., Schuyt, T. N. M., & Gouwenberg, B. M. (Eds.), Geven in Nederland 2020: Huishoudens, nalatenschappen, fondsen, bedrijven, goede doelenloterijen en vrijwilligers. Lenthe Publishers.
Bekkers, R. & Van Teunenbroek, C. (2022). Special: Dynamiek in geefgedrag over de levensloop. In Bekkers, R., Gouwenberg, B., Koolen-Maas, S. & Schuyt, T. N. M. (Eds.), Geven in Nederland 2022. Amsterdam University Press.
Bosmans, M., Marra, E., Alblas, E., Baliatsas, C., De Vetten, M., Van Gamaren, R., Schulpen, S., Moleman, Y., Bhattathiri, G., Gerbecks, J., Ditchev, L., Dückers, M. (2022). De gevolgen van de coronapandemie voor de gezondheid en het welzijn van de jeugd. Een systematische literatuurstudie. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Clary, E. G., Snyder, M., Ridge, R. D., Copeland, J., Stukas, A. A., Haugen, J., & Meine, P. (1998). Understanding and assessing the motivations of volunteers: A functional approach. Journal of Personality and Social Psychology, 74(6), 1516-1530.
De Gast, W.J., Hetem, R., & Van den Bos, C. (2021). Behoud van oudere vrijwilligers na de corona-crisis (Rapportage onderzoek). Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk – Programma Samen ouder worden.
De Klerk, M., Olsthoorn, M., Plaisier, I., Schaper, J. & Wagemans, F. (2021). Een jaar met corona: Ontwikkelingen in de maatschappelijke gevolgen van corona. Sociaal Cultureel Planbureau.
Deryugina, T., & Marx, B. M. (2021). Is the supply of charitable donations fixed? Evidence from deadly tornadoes. American Economic Review: Insights, 3(3), 383-398.
De Wit, A., Bekkers, R. & Qu, H. (2022). The Health Advantage of Volunteering Is Larger for Older and Less Healthy Volunteers in Europe: A Mega-Analysis. European Journal of Ageing.
De Wit, A. & Van Niekerk, R. (2020). Geven van tijd: vrijwilligerswerk. In Bekkers, R., Schuyt, T.N.M., & Gouwenberg, B. M. (Eds.), Geven in Nederland 2020: Huishoudens, nalatenschappen, fondsen, bedrijven, goede doelenloterijen en vrijwilligers. Lenthe Publishers.
Kaur, P., Deshmukh, S., Apoorva, P., & Batra, S. (2022). Analysis and Outcome Prediction of Crowdfunding Campaigns. International Journal of Information Retrieval Research (IJIRR), 12(1), 1-14.
Lacan, C., & Desmet, P. (2017). Motivations for participation and e-WOM among supporters of crowdfunding campaigns. In Springer International (Eds.), Strategic Innovative Marketing (pp. 315-321).
Luhmann, N. (1975). Die Weltgesellschaft. In N. Luhmann (Eds.), Soziologische Aufklärung 2 (p. 51-71). Springer Fachmedien Wiesbaden.
Ossewaarde, R., & Ossewaarde-Lowtoo, R. (2020). De coronacrisis en goed burgerschap: een culturele diagnose. Groen, 4(4), 57-61.
Russell, A. R., Nyame-Mensah, A., de Wit, A., & Handy, F. (2019). Volunteering and wellbeing among ageing adults: A longitudinal analysis. VOLUNTAS: International Journal of Voluntary and Nonprofit Organizations, 30(1), 115-128.
Schuyt, T. (2021). Filantropie. Hoe maatschappelijke betrokkenheid ons helpt te overleven. Boom.
Skirnevskiy, V., Bendig, D., & Brettel, M. (2017). The influence of internal social capital on serial creators’ success in crowdfunding. Entrepreneurship Theory and Practice, 41(2), 209-236.
Silva, F., Proença, T., & Ferreira, M. R. (2018). Volunteers’ perspective on online volunteering a qualitative approach. International Review on Public and Nonprofit Marketing, 15(4), 531-552.
Schwartz, R. A. (1970). Personal philanthropic contributions. Journal of Political Economy, 78(6), 1264-1291. Spekman, M. L., Ramondt, S., Quee, F. A., Prinsze, F. J., Huis In 't Veld, E. M., Van den Hurk, K., & Merz, E. M. (2021). New blood donors in times of crisis: Increased donation willingness, particularly among people at high risk for attracting SARS-CoV-2. Transfusion, 61(6), 1822-1829.
Trautwein, S., Liberatore, F., Lindenmeier, J., & Von Schnurbein, G. (2020). Satisfaction with informal volunteering during the COVID-19 crisis: An empirical study considering a Swiss online volunteering platform. Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, 49(6), 1142-1151.
Van Teunenbroek, P. S. (2016). Social aspects and successfully funding a crowd-funding project: The impact of social information. International Journal of Humanities and Social Sciences, 10(6), 1939-1950.
Van Teunenbroek, C., & Bekkers, R. (2020a). Geven door huishoudens. In Bekkers, R., Schuyt, T. N. M., & Gouwenberg, B. M. (Eds.), Geven in Nederland 2020: Huishoudens, nalatenschappen, fondsen, bedrijven, goede doelenloterijen en vrijwilligers. Lenthe Publishers.
Van Teunenbroek, C., & Bekkers, R. (2020b). Follow the crowd: Social information and crowdfunding donations in a large field experiment. Journal of Behavioral Public Administration, 3(1), 1-17.
Van Teunenbroek, C. & Bekkers, R. (2021). Hoe kan de huis-aan-huis collecte overleven? Het bereik en de toekomst van Nederlands meest herkenbare vorm van contact met goededoelenorganisaties. Vrije Universiteit Amsterdam, Centrum voor Filantropische studies.
Van Teunenbroek, C., Bekkers, R., & Beersma, B. (2021). They ought to do it too: Understanding effects of social information on donation behavior and mood. International Review on Public and Nonprofit Marketing, 18(2), 229-253.
Van Teunenbroek, C., & Hasanefendic, S. (2022). Researching the crowd: Implications on philanthropic crowdfunding and donor characteristics during a pandemic. Journal of Philanthropy and Marketing, e1773.
Wei, J., & Marinova, D. (2016). The orientation of disaster donations: differences in the global response to five major earthquakes. Disasters, 40(3), 452-475.
Zagefka, H. (2021). Prosociality during COVID-19: Globally focused solidarity brings greater benefits than nationally focused solidarity. Journal of Community and Applied Social Psychology, 31(1), 73-86.